Ons project

Grip op kunstwerken

ProRail Zuid en Movares Regio Zuidoost hebben samen een werkproces ontwikkeld om de transitie naar Prestatie Gericht Onderhoud (PGO) van circa 1400 kunstwerken beter te structureren. In co-creatie zijn kunstwerkpaspoorten opgesteld die onderdeel uitmaken van het werkproces Grip Op Kunstwerken. De methodiek geeft ProRail de tools om weloverwogen besluiten te nemen met betrekking tot de prestaties, risico’s en kosten voor instandhouding of vervanging van de assets.

Adviseur Civiele Constructies & Assetmanagementmarc.geerts@movares.nl+31 (0)6 - 51 09 00 97

Goed onderbouwd en gevuld productieplan

De opgave van de vakdeskundige van ProRail is het onderbouwd vullen van het productieplan van zijn of haar techniekveld binnen ProRail. In het productieplan moeten de benodigde kosten en noodzakelijke treinvrije periodes voor de uitvoering van de werkzaamheden en beheersmaatregelen van de assets zijn opgenomen. Het productieplan vormt het vertrekpunt en uitgangspunt voor het PGO-contract en de input voor de afdeling Projecten voor de uitvoering van de beheersmaatregelen buiten het PGO-contract. Om te komen tot een goed onderbouwd en gevuld productieplan worden zogenaamde Programma’s van Eisen (PVE’s) opgesteld

ProRail Zuid en Movares Regio Zuidoost zijn gestart met een kunstwerkpaspoort: een factsheet, met daarin de stamgegevens, de basis beheergegevens, de specifieke kunstwerkkenmerken, het risicoprofiel op basis van bureaustudie, de resultaten van de buitenopname, het risicoprofiel op basis van de buitenopname en de geadviseerde beheersmaatregelen in één duidelijk systeemoverzicht. Het kunstwerkpaspoort vormt daarmee ‘the backbone’ van het werkproces Grip Op Kunstwerken.

Werkproces Grip Op Kunstwerken

Bij het opstellen van de paspoorten binnen het werkproces Grip Op Kunstwerken, als onderdeel van de inventarisatie van het kunstwerkenareaal, wordt een bureaustudie gedaan op de gevonden archiefgegevens, worden het kunstwerkpaspoort met de basis beheergegevens aangemaakt en het risicoprofiel op basis van de bureaustudie (theorie). Dit betreft de eerste stap. Daarna volgt stap 2, het veldwerk: een quick-scan buitenopname van het kunstwerk. De visuele opname betreft een uitgeklede opname volgens CUR-aanbeveling 117, B1 – inventarisatie (er wordt geen decompositie opgesteld). Met een quick-scan wordt beoordeeld welke risico’s in de praktijk daadwerkelijk (kunnen) optreden. Is er een risico, dan wordt daarvoor een adviesmaatregel opgesteld om het risico te beheersen. Op deze manier is het mogelijk te bepalen of er wel of geen nadere, meer gedetailleerde, inspecties moeten worden uitgevoerd indien de omvang en daarmee de kosten van de beheersmaatregelen van de waargenomen schades, aantastingen of andere risico’s op basis van deze quick-scan niet voldoende kunnen worden ingeschat. In dat geval zal de geadviseerde beheermaatregel het uitvoeren van een nadere inspectie zijn op basis van CUR aanbeveling 117, B2 – Toestandsinspectie of B3 – Contractuele vooropname, eventueel aangevuld met het opstellen van een hersteladvies (B5). Niet voor alle kunstwerken is het noodzakelijk om een uitgebreide inspectie uit te voeren om de risico’s en kosten van de beheersmaatregelen inzichtelijk te maken. Zo kunnen ook de kosten voor het uitvoeren van inspecties meer gericht worden ingezet.

Programma’s van Eisen

Nadat van alle kunstwerken binnen een PGO-gebied (tranche) een kunstwerkpaspoort is opgesteld, en het PGO-gebied (areaal) daarmee in kaart is gebracht, worden de scores van de risicoaspecten van de risicoprofielen (op basis van de buitenopname) opgenomen in een prioriteitenlijst. De prioriteitenlijst geeft op basis van de risicoscore van hoog naar laag de prioritering van de kunstwerken aan. Voor de meest

risicovolle kunstwerken worden vervolgens Programma’s van Eisen opgesteld. In deze PVE’s worden de geadviseerde beheersmaatregelen uit de kunstwerkpaspoorten verder uitgewerkt en worden de van toepassing zijnde normen en richtlijnen en worden het geschatte aantal benodigde treinvrije periodes (TVP’s) aangegeven. De kosten van de uitgewerkte beheersmaatregelen worden geraamd en opgenomen in de rapportage van het PVE

Risicoscore

Nadat de conditie en daarmee de resultaten en risicoscores na de visuele opname van enkele tientallen kunstwerken inzichtelijk werden, ontstond het beeld dat bij de kunstwerken onder een risicoscore van 66 punten geen of weinig risico’s op de prestaties of het functioneren van het kunstwerk aanwezig zijn. Boven de 66 punten werd het beeld inzichtelijk dat de toestand of conditie van de kunstwerken afnam en dat er meerdere risico’s op de prestaties, de veiligheid, de kosten of op de beschikbaarheid van het object aanwezig zijn. In gezamenlijk is besloten het interventieniveau voor het opstellen van een PVE vast te stellen op een risicoscore >66 punten óf daar waar er een risico ‘hoog’ (score 3) op een van de risicoaspecten aanwezig is bij een totale risicoscore ≤66 punten. In dit laatste geval wordt specifiek het betreffende risico aangepakt en beheerst. Bij een risicoscore ≤66 punten wordt dus een bepaalde onderhoudstoestand geaccepteerd maar geen hoog risico op een van de risicoaspecten. Uiteindelijk wordt bij slechts circa 20% van de kunstwerken een PVE opgesteld.

Ook dit scheelt ProRail uiteindelijk veel geld. Door deze werkwijze worden de totale kosten van de maatregelen om risico’s op de prestaties te beheersen beperkt doordat een bepaalde onderhoudstoestand en risico’s acceptabel zijn die geen directe invloed hebben op de beschikbaarheid, de veiligheid of de beheerkosten op de lange termijn ten aanzien van het behalen van de beoogde levensduur van het kunstwerk. De Total Costs of Ownership van de kunstwerken en daarmee van het gehele systeem blijven daarmee beheersbaar.

Stand van zaken

Er liggen circa 69 Programma’s van Eisen met kostenramingen op basis van de SSK-methodiek en de totale omvang van de geproduceerde data is 6 USB sticks, ruim 40 GB. Daarmee zijn inmiddels de productieplannen van 6 van de 10 PGO gebieden onderbouwd gevuld.

De volgende stap is het opstellen van meerjaren onderhoudsplannen, digitalisering en verdere uitrol binnen overige techniekvelden en in de overige regio’s.

Ondergrondse Infra

Inmiddels is de uitrol naar andere techniekvelden binnen de regio Zuid gestart. Zo wordt voor techniekveld ‘Ondergrondse Infra’ in de volgende co-creatie uitgerold. In navolging van de kunstwerkpaspoorten zijn voor de systemen en installaties binnen de ondergrondse infra inmiddels zogenaamde ‘Factsheets’ ontwikkeld die vanuit de digitale beschikbare data en tekeningen grotendeels automatisch worden gevuld. Ook zijn diverse buitenopnames uitgevoerd.

Periode2016 - Heden
KlantProRail

Assetmanagement

We leggen voor u de verbanden tussen de drie organisatorische niveaus in Assetmanagement: strategisch, tactisch en organisatorisch.

Lees verder

Infrastructuur

Lees verder