Stikstof is die andere crisis waar we in Nederland mee te maken hebben. Vooral de bouwsector ondervindt last van de beperkte ruimte die er is om vergunningen te verstrekken. En de steeds veranderende regelgeving om projecten gerealiseerd te krijgen. In dit artikel geven we een actuele update.
Een teveel aan stikstof is een hardnekkig probleem voor de natuur en daarmee voor de voortgang van projecten in de bouw en infrastructuur. Wat was ook alweer het probleem? De uitstoot van stikstofoxiden en ammoniak bedreigt unieke vegetaties die Europees worden beschermd in Natura 2000-gebieden. Door de neerslag van deze stikstofverbindingen wordt de bodem steeds rijker en bedreigt daardoor zeldzame soorten die gedijen bij een voedselarme grond. Ook verzuurt de bodem door te veel stikstof waardoor er eveneens plantensoorten verdwijnen. Door het verdwijnen van de bijzondere vegetaties verdwijnen ook de daaraan verbonden dieren en andere organismen wat leidt tot een verarming van het natuurgebied. Dit is niet toegestaan vanuit de Europese en daarmee Nederlandse bescherming van de Natura 2000-gebieden zoals vastgelegd in de Habitatrichtlijn en Wet natuurbescherming. Veel Natura 2000-gebieden zijn overbelast: er is te veel stikstof. Iedere geringe toename is daarom te veel.
Onzekerheid
De overheid is aan zet om adequaat beleid en regelgeving te verzorgen om de depositie terug te dringen en het verdwijnen van soorten uit natuurgebieden tegen te gaan. De in snel tempo veranderende regelgeving zorgt voor onzekerheid bij bouwprojecten. Zo was er de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), die ruimte bood aan projecten omdat andere maatregelen in het programma zouden zorgen voor reductie van stikstofuitstoot. Deze aanpak hield juridisch geen stand omdat er onvoldoende zekerheid werd geboden dat beoogde maatregelen op korte termijn daadwerkelijk zorgen voor het tegengaan van verdere verarming van de natuur. Hierdoor is er sinds 29 mei 2019 weer een projectspecifieke beoordeling van de gevolgen van de uitstoot van stikstof nodig.
Per 1 juli 2021 is de Wet natuurbescherming middels de wetswijziging ‘stikstofreductie en natuurverbetering’ aangepast. Hiermee is een partiële vrijstelling voor stikstof bij tijdelijke werkzaamheden gekomen, namelijk voor ’het bouwen en slopen van een bouwwerk en voor het aanleggen, veranderen en verwijderen van een werk’. Daarmee hoeven de tijdelijke effecten die optreden tijdens de realisatie van een project niet meer bepaald te worden. Dat is voor de projecten goed nieuws. Wel zal de sector maximaal moeten presteren om emissies te beperken (de emissiereductieplicht). Tegelijk ontstaat het risico dat het buiten beschouwing laten van tijdelijke aanlegeffecten in een juridische procedure geen stand houdt. Hoe daar als project mee om te gaan?
Afbakening
Ook kwam de methode waarmee de effecten worden berekend, onder vuur te liggen. De afbakening van effecten tot 5 km voor infrastructuurprojecten werd op 20 januari 2021 onderuit gehaald bij de behandeling van het besluit voor doortrekking van de A15 (ViA15). Voor alle activiteiten, dus ook infrastructuur, gaat een afbakening tot 25 km gelden, zo schrijft de minister op 9 juli 2021 in een kamerbrief. De rekentool AERIUS Calculator dient daarop aangepast te worden.
De afbakening tot 25 km zorgt voor infrastructuurprojecten tot veel overlap en daarmee concurrentie tussen verschillende projecten. Omdat een project ook op grotere afstand nog tot verkeerstoenames leidt, moeten ook N2000-gebieden op grote afstand worden onderzocht. Voor de ViA15 bij Zevenaar moeten bijvoorbeeld ook effecten worden beschouwd in het N2000 gebied Ulvenhoutse Bos bij Breda. Hoe moeten projecten en provincies met deze overlap omgaan? Hoe vindt de afweging plaats aan welk project beschikbare stikstofruimte ten goede komt?
Welke stappen zijn wél zinvol?
Als betrokkene bij een project zou je moedeloos worden van de steeds veranderende spelregels en de toenemende complexiteit. Daarom is het goed om steeds opnieuw te bekijken welk perspectief er is om binnen afzienbare periode tot een aanlegbesluit en een eventueel benodigde natuurvergunning te komen. Om vandaaruit vast te stellen welke stappen zinvol ondernomen kunnen worden. En soms zal het eerlijke advies ook moeten zijn dat er vooralsnog te weinig perspectief is om een initiatief door te zetten.
Vanuit Movares kan de taskforce Stikstof helpen bij het in kaart brengen van het perspectief voor een project en de te doorlopen stappen, zodat u een weloverwogen besluit kunt nemen over de planning en de verdere voorbereiding van een projectinitiatief. Wij kunnen conform actuele regelgeving vaststellen of uw project te maken heeft met een stikstofopgave, wij kunnen maatregelen tot mitigatie en compensatie voorstellen en uitwerken, wij kunnen u begeleiden in het proces met provincies, natuurbeheerders en vergunningverlenende instanties.
Meer over onze dienstverlening met betrekking tot stikstof: Advisering over stikstofproblematiek – Ingenieursbureau Movares – adviseurs en ingenieurs