Iedere gemeente staat voor de taak om mobiliteitsoplossingen te vinden in steeds schaarser wordende openbare ruimte. Hoogwaardig fietsparkeren wordt de norm. Maar hoe realiseer je dat kosteneffectief op de beste locatie? In opdracht van de gemeente Rotterdam en Eindhoven voerden onze collega’s Simone Jorink en Jason David een inspirerend onderzoek uit naar de ideale fietsenstalling. Dit leverde een praktische routekaart op voor gemeentelijke beleidsadviseurs als voor fietsers.

Iedere gemeente staat voor de unieke uitdaging om verdichtings- en mobiliteitsoplossingen te vinden in steeds schaarser wordende openbare ruimte. Bezoekers verleiden om op de fiets te komen ligt voor de hand, maar waar stal je die veilig, comfortabel, efficiënt én kosteneffectief? Movares-adviseurs Simone Jorink en Jason David voerden een bijzonder onderzoeksproject uit naar deze vragen van en mét de gemeenten Eindhoven en Rotterdam.

Hoe het begon

Beleidsadviseurs Bas Braakman (Eindhoven) en Bart Christiaens (Rotterdam) troffen elkaar bij CROW. Het gespreksonderwerp was hoogwaardige fietsenstallingen en het viel beiden op dat ze met dezelfde vraagstukken worstelden. Jorink begrijpt deze worsteling goed: “Juist doordat de kwaliteit van fietsenstallingen, met name die bij stations, de laatste jaren enorm is toegenomen, sta je als gemeente voor de serieuze vraag: waar, hoe, hoeveel en wanneer leg ik kostbare stallingen aan in het drukbezochte en -bevolkte centrumgebied? En dat blijkt voor iedere gemeente toch een individuele zoektocht.”

‘Maar als we onze onderzoeksbudgetten bundelen en samen een toepasbaar antwoord zoeken?’ bedachten de adviseurs uit Eindhoven en Rotterdam. Hun zoektocht naar fietsparkeerexpertise kwam uit bij Simone Jorink. Zij werkt al zeven jaar fulltime binnen het thema ‘fietsparkeren op hoogwaardige knooppunten’ voor binnensteden én stations in opdracht van gemeenten, ProRail en NS. Voor deze uitdagende opdracht betrok zij ook haar collega Jason David, met name voor het bredere perspectief.

David: “Waar bij fietsenstallingen op de grote stations de leercurve al hoog is en de stallingen veelal ook inpandig zijn, zijn de stallingsopgaven in de binnensteden van andere aard. De omgeving is anders, er is sprake van andere doelgroepen, er werkt maar één partij aan de stalling en de winst voor de stad is minder zichtbaar dan die van fietsparkeerders op stations. Dus waar moet je aan denken bij stallingen in de centra? Wat zijn de meest essentiële randvoorwaarden? En wat speelt er lokaal nog meer? Met andere woorden: Hoe kom je tot de beste keuze voor iedere unieke locatie?”

Samen op locatiebezoek

Al vroeg in het onderzoek besloten de onderzoekers om ook echt samen op te trekken met de fietsexperts van Rotterdam en Eindhoven. Jorink: “We wilden namelijk goede voeling krijgen met de lokale problematiek en ook dieper inzicht geven in de achtergronden en randvoorwaarden.” Dat bracht de adviseurs onder meer op locatiebezoeken, samen met de gemeentelijke fietsexperts en werden, naast Rotterdam en Eindhoven, centrumstallingen bezocht in Amsterdam, Breda, Utrecht en Apeldoorn.

“Deze locatiebezoeken bevestigden de worsteling van gemeenten om de juiste ingrediënten te vinden voor de volgende hoogwaardige stalling”, zegt David: “Steden groeien, dus blijven steeds opnieuw voor de vraag staan, waar komt een volgende stalling en waar moet ik dán weer rekening mee houden.

Inzichten

Terugblikkend somt Jorink de belangrijkste inzichten op: “Allereerst gaat het om de locatie. Ligt de stalling aan een fietsroute? Hoe richt je de omgeving in? Vergeet niet, in Nederland heeft iedere fiets een standaard, dus in feite is de openbare ruimte één grote stalling. Wil je dat mensen hun fiets inpandig stallen, richt dan de omliggende ruimte zo in dat men daar géén fiets kan of wil stallen. Geef deze een andere functie, zoals een prettige verblijfplaats met groen karakter. En denk aan de doelgroepen die van de stalling gebruik maken. Zijn er veel bakfietsen of mensen met een beperking die een handbike willen stallen? Zij hebben bijvoorbeeld moeite met steile hellingen en vragen om een voorziening op maaiveld.”

Alle inzichten helpen uiteindelijk om investeringen in inpandige stallingen op een verantwoorde manier terug te verdienen. Dat kan financieel zijn, maar ook in leefbare ruimte elders in het centrum. En dan kan de exploitatie van hoogwaardige stallingen ook erg meevallen. “We zochten dus samen naar wat een hoogwaardige en toekomstbestendige stalling ‘maakt of kraakt’,” vat David samen.

Kennis delen

En nu? Jorink: ”We vatten de route tot de ideale inpandige stalling samen in een eindproduct. Bewust werken we met veel foto’s, schema’s en pictogrammen. Dit inspireert en zorgt ervoor dat informatie gemakkelijk te vinden is.” En wie weet, bedenkt Jorink, “volgt er binnenkort een bijeenkomst bij het CROW en delen Eindhoven en Rotterdam hun kennis en inzichten met andere gemeenten. Dan zou de cirkel rond zijn en kunnen meer gemeenten gebruik gaan maken van de inzichten; om daarmee bezoekers succesvol te verleiden om ‘natuurlijk’ naar aantrekkelijke centra te fietsen en daar hun fietsen veilig en comfortabel te parkeren in aantrekkelijke hoogwaardige fietsenstallingen.”

Terugblik Rotterdam:

Marcel Vos, Programmamanager Fietsparkeren: “De meerwaarde van dit onderzoek vind ik de gebundelde expertise, niet alleen van Movares en de opdrachtgevers maar ook van de andere gemeenten die actief hebben bijgedragen aan het hele proces.”

Locatiebezoeken“Wat mij bijblijft van de locatiebezoeken is vooral de combinatie van een fietsenstalling met andere functies waarmee het meer een onderdeel wordt van de publieke ruimte.”

Het eindproductIk verwacht dat het eindproduct, de ‘routekaart’ ons het meest helpt met het inzicht dat een hoogwaardige stalling, qua exploitatie, niet veel duurder uit hoeft te pakken dan een basic fietsenstalling en daarmee uiteindelijk een goedkopere keuze is.”

Terugblik Eindhoven:

Bas Braakman, beleidsadviseur fiets / verkeersplanoloog: “Ik heb het onderzoek als zeer waardevol ervaren. Rotterdam en Eindhoven staan voor vergelijkbare opgaven en uitdagingen in de mobiliteitstransitie. Samenwerking op belangrijke onderdelen van die transitie is inspirerend, leerzaam en leuk. Dus zeker voor herhaling vatbaar.”

Locatiebezoeken“Een eyeopener voor mij was dat, ondanks het feit dat er altijd maatwerk moet worden geleverd, toch een rode draad is te ontdekken in de zoektocht naar de ideale stalling en daarmee algemene succes- en faalfactoren te definiëren zijn.”

Het eindproduct“Het eindproduct brengt niet alleen bewustwording en inzicht bij ons, maar bij alle betrokken partijen; denk aan architect, eigenaar, beheerder, fietsexpert, stedenbouwkundige, ontwerper openbare ruimte, planeconoom, controller, et cetera.”