De spoorlijn die dwars door het natuurgebied Naardermeer loopt, is niet langer een barrière voor veel kleine dieren. Onze faunapassage voldoet uitstekend. Dat is de conclusie na een zorgvuldig monitoringsonderzoek van twee jaar. In deze periode zijn twee faunapassages geobserveerd om vast te stellen welke dieren van de passage gebruik maken en met welke frequentie. De conclusie biedt een oplossing voor ontsnippering bij spoorlijnen door natuurgebieden. De passages worden gebruikt door veel meer diersoorten dan vooraf was voorzien en er zijn geen negatieve consequenties voor het gebruik van de spoorlijn  gevonden.

Een spoorlijn is een bijna onneembare barrière in het leefgebied van kleine zoogdieren, amfibieën en reptielen. Daarom worden er vaak faunatunnels aangelegd. Hiermee wordt de trek naar de voortplantingswateren en het (her-)koloniseren van nieuwe gebieden mogelijk. Door dit  ‘ontsnipperen’ wordt de barrièrewerking door spoorlijnen opgeheven en worden leefgebieden met elkaar verbonden, waardoor de aantrekkelijkheid van een gebied voor bijvoorbeeld amfibieën toeneemt. Maar vanwege fysieke beperkingen zoals een hoge (grond)waterstand kunnen standaard oplossingen zoals tunnels niet overal worden gerealiseerd. Zo’n gebied is het Naardermeer, het oudste natuurmonument van Nederland, waar de spoorlijn Hilversum – Weesp dwars doorheen gaat.

Regulier onderhoud mogelijk

We hebben de Dwarsligger Faunapassage (DFP) ontwikkeld, die universeel inpasbaar is en waarbij het reguliere onderhoud aan het spoor gewoon kan plaatsvinden. De passage is ontworpen met het oog op amfibieën en reptielen. De Dwarsligger Faunapassage is een idee van Rien Veldsink en Gideon Vreeman, die als ecoloog bij Movares werkte. De oplossing bestaat uit een passage direct onder de spoorstaaf tussen twee speciale dwarsliggers. Snel en eenvoudig in te bouwen en bijzonder effectief, zo is dus gebleken.

Onderzoeksresultaten faunapassage

In het onderzoek is er naast conventionele cameravallen ook gebruik gemaakt van een timelapse techniek. Normale cameravallen worden getriggerd door PIR-sensoren – die detecteren een dier wanneer dit drie graden warmer is dan zijn omgeving. Dit is niet effectief bij ringslangen en amfibieën, wat koudbloedige dieren zijn en dus geen warmteverschil laten detecteren. In de timelapse setup maakten de camera’s elke vijf minuten een foto. Hierdoor werd de kans om een reptiel of amfibie vast te leggen groter. In de twee jaar durende monitoring van de DFP zijn er ruim 550.000 foto’s gemaakt, 5684 waarnemingen van dieren gedaan en maar liefst 559 gevalideerde passages vastgesteld waarbij de dieren aan beide kanten van de passage werden gezien. Met andere woorden: er is een duidelijk beeld van welke dieren er van de Dwarsligger Faunapassage gebruik maken en hoe vaak dit gebeurt.

De das past er ook door!

De faunapassage werd gebruikt door een veel breder scala aan doelsoorten dan in eerste instantie was voorzien. Het aantal passages was meteen vanaf de plaatsing boven verwachting. Behalve door amfibieën werd de faunapassage ook gebruikt door ringslangen. Er passeerden ook dieren die wij niet hadden verwacht zoals een boommarter en zelfs een das!

Biodiversiteit

Versnippering van leefgebieden in natuurgebieden met een hoge grondwaterstand kan effectief worden aangepakt, zo is uit het onderzoek gebleken. De proef met de Dwarsligger Faunapassage is gedaan in nauwe samenwerking met de provincie Noord-Holland, spoorbeheerder ProRail en Natuurmonumenten. Gezien het positieve effect van de nieuwe faunapassage hopen wij dat de uitkomst van ons onderzoek bijdraagt aan een nieuwe standaard voor faunapassages in spoorwegen zodat de versnippering van leefgebieden door spoorwegen effectief kan worden voorkomen en de biodiversiteit van deze gebieden behouden kan worden.

Joop Bouma van Dagblad Trouw schreef op 1 oktober 2021 dit artikel over de Dwarsligger Faunapassage:
https://www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/de-holle-biels-de-redding-van-ringslang-kikker-en-egel~be51b2d9/